12.08.2012, 18:59
Verlangen
In 't water ziet mijn minziek oog
een beeld zoo fijn en spiegelklaar,
klein, ver en helder leeft het daar,
sinds om den rand mijn hoofd zich boog.
Ontastbaar 't wezen, eindloos hoog,
welks lokkend beeld ik stil bestaar,
tot 'k sterve van verlangen, waar
het ééne leeft, dat mij bewoog.
Maar 't houdt onwrikbaar stil zijn stand
tegen den hemel, licht en hel,
een onbereikbre flonkering.
En als ik met een zachte hand
zijn beeld wil vatten in de wel,
verdwijnt het in een rimpeling.
In 't water ziet mijn minziek oog
een beeld zoo fijn en spiegelklaar,
klein, ver en helder leeft het daar,
sinds om den rand mijn hoofd zich boog.
Ontastbaar 't wezen, eindloos hoog,
welks lokkend beeld ik stil bestaar,
tot 'k sterve van verlangen, waar
het ééne leeft, dat mij bewoog.
Maar 't houdt onwrikbaar stil zijn stand
tegen den hemel, licht en hel,
een onbereikbre flonkering.
En als ik met een zachte hand
zijn beeld wil vatten in de wel,
verdwijnt het in een rimpeling.