31.07.2012, 09:18
.
De vrije wolken drijven boven 't veld.
- ‘O wolken vrij! waar zeilt zoo blij gij heen?’
- ‘Wij schijnen blij, - wij zijn gestold geween.
Wij schijnen vrij, - wij zijn in Gods geweld.’
- ‘Zijt ge als mijn ziel dan, zwijgende en alleen?’
- ‘Word week als wij, o tranenvolle! en smelt,
Tot elke drop een bloem die schoonheid meldt
Ontbloeien doe in harten hard als steen.’
- ‘Wie neemt die weduwpenning dankbaar aan?
Wacht niet mijn schamele armegave spot,
Mijn kelkvol in d' ellenden-oceaan?’
- ‘Stil! geen verzet! gij zult, gedwee aan 't lot,
Melodisch weenend door het leven gaan.
Of 't éen zal troosten weet alleenig God.’
De vrije wolken drijven boven 't veld.
- ‘O wolken vrij! waar zeilt zoo blij gij heen?’
- ‘Wij schijnen blij, - wij zijn gestold geween.
Wij schijnen vrij, - wij zijn in Gods geweld.’
- ‘Zijt ge als mijn ziel dan, zwijgende en alleen?’
- ‘Word week als wij, o tranenvolle! en smelt,
Tot elke drop een bloem die schoonheid meldt
Ontbloeien doe in harten hard als steen.’
- ‘Wie neemt die weduwpenning dankbaar aan?
Wacht niet mijn schamele armegave spot,
Mijn kelkvol in d' ellenden-oceaan?’
- ‘Stil! geen verzet! gij zult, gedwee aan 't lot,
Melodisch weenend door het leven gaan.
Of 't éen zal troosten weet alleenig God.’