12.03.2007, 12:20
O menschen, die ik zag op vele wegen,
Reizend van land tot land, door vele steden
Ziende uw gezichten en de altrants omkleedde
Lichamen loopend langs mij heen bewegen, -
Van wien kon 'k weten voor elkeen de reden,
Dat juist uw lichamen dié vormen kregen,
Juist uw gezichten zóo mij zagen tegen
Als ik u zag, wát wetend van uw zeden?
En waarom doet ge wat ge doet? Het moeten
Gaf u uw bezigheid, of de oude sleur
U 't ledig zijn en levenslang vervelen.
En waardoor voelt ge wat ge voelt? Reeds 't spelen
Van u als kind're' en 't zich bedwingen moeten
Was als der oud'ren blij-zijn en getreur.
Reizend van land tot land, door vele steden
Ziende uw gezichten en de altrants omkleedde
Lichamen loopend langs mij heen bewegen, -
Van wien kon 'k weten voor elkeen de reden,
Dat juist uw lichamen dié vormen kregen,
Juist uw gezichten zóo mij zagen tegen
Als ik u zag, wát wetend van uw zeden?
En waarom doet ge wat ge doet? Het moeten
Gaf u uw bezigheid, of de oude sleur
U 't ledig zijn en levenslang vervelen.
En waardoor voelt ge wat ge voelt? Reeds 't spelen
Van u als kind're' en 't zich bedwingen moeten
Was als der oud'ren blij-zijn en getreur.