12.03.2007, 12:32
Gij, dat op pijlers rijst, niet pijleren, maar lijnen,
Die doen vermoên de ontzaggelijke kracht,
Ael-oud Stee-huis, - van 't U stichtend geslacht,
Als purpren druiven, ongezien, in wijnen
Gistende borlen, - helpend de goê Quellijnen,
Wèl staat bloem-ra nkende zuil-schacht bij schacht,
Maar nimmer iets dat de groot-denking dacht
Van 't grootsch bouws'l in ucht- avond- dag- nacht- schijnen
O Eénigst, wien ik toesprak met een Dat,
Maar die meer leeft dan honderd-duizend menschen,
Al-Hoogst Symbool van volk-mensch-macht en wat
Ik zag dat vele volkren slapjes wenschen. -
En Hier was eens der Stof rijkst wereld-mart,
Maar wat schoon is, is niet wat 't verderf tart.
Die doen vermoên de ontzaggelijke kracht,
Ael-oud Stee-huis, - van 't U stichtend geslacht,
Als purpren druiven, ongezien, in wijnen
Gistende borlen, - helpend de goê Quellijnen,
Wèl staat bloem-ra nkende zuil-schacht bij schacht,
Maar nimmer iets dat de groot-denking dacht
Van 't grootsch bouws'l in ucht- avond- dag- nacht- schijnen
O Eénigst, wien ik toesprak met een Dat,
Maar die meer leeft dan honderd-duizend menschen,
Al-Hoogst Symbool van volk-mensch-macht en wat
Ik zag dat vele volkren slapjes wenschen. -
En Hier was eens der Stof rijkst wereld-mart,
Maar wat schoon is, is niet wat 't verderf tart.