25.09.2010, 21:47
O gij, die mij, toen alles mij verliet,
En ééne somberheid dees ziel omving,
Die langzaam stervende in haar laatst verdriet,
Tè zwak was voor de laatste worsteling, -
Uw eigen glorie om het hoofd mij hing,
En door úw ziel mij aan mij-zelf verriedt,
Heerlijk mij heffend in den lichten kring
Van uwe liefde en 't eeuwig-lichtend lied.
Gij, die nu voortaan aan mijn zijde gaat
En als de weer-schijn van mij zelf mij zijt,
Een licht-straal voor mijn voeten, waar ik viel, -
Leef in uw lichte droomen voort en laat
Den gloed dier gouden vlammen om ûw ziel
Een glorie breiden tot in eeuwigheid.
En ééne somberheid dees ziel omving,
Die langzaam stervende in haar laatst verdriet,
Tè zwak was voor de laatste worsteling, -
Uw eigen glorie om het hoofd mij hing,
En door úw ziel mij aan mij-zelf verriedt,
Heerlijk mij heffend in den lichten kring
Van uwe liefde en 't eeuwig-lichtend lied.
Gij, die nu voortaan aan mijn zijde gaat
En als de weer-schijn van mij zelf mij zijt,
Een licht-straal voor mijn voeten, waar ik viel, -
Leef in uw lichte droomen voort en laat
Den gloed dier gouden vlammen om ûw ziel
Een glorie breiden tot in eeuwigheid.