29.07.2012, 13:52
.
Mijn Haat, verslagen door de hand des doods,
Lag, tusschen rotsen, op een eenzaam strand.
En op de golven dreef een schip, bemand
Met Hoop, Geloof en Liefde - Liefde als loods.
Hoop juichte luid: - ‘Wij gaan naar 't schoonste land,
Waar, hoe de mensch er 't reinste beeld van boots',
Geen hart bevroedt hoe heilig 't is en grootsch!
En Liefde sprak: - ‘Reik mij de rechterhand!’
Ik stapte aan boord, het schip lag zeilensreê.
Geloof blikte opwaarts naar het morgenrood,
Hoop zong met Liefde... ik zong haar lied niet mee.
Steeds peilt mijn blik der waatren diepen schoot...
Ik zie geen land, 'k zie enkel lucht en zee
En ' hoor het daaglijksch dreigen van den Dood.
Mijn Haat, verslagen door de hand des doods,
Lag, tusschen rotsen, op een eenzaam strand.
En op de golven dreef een schip, bemand
Met Hoop, Geloof en Liefde - Liefde als loods.
Hoop juichte luid: - ‘Wij gaan naar 't schoonste land,
Waar, hoe de mensch er 't reinste beeld van boots',
Geen hart bevroedt hoe heilig 't is en grootsch!
En Liefde sprak: - ‘Reik mij de rechterhand!’
Ik stapte aan boord, het schip lag zeilensreê.
Geloof blikte opwaarts naar het morgenrood,
Hoop zong met Liefde... ik zong haar lied niet mee.
Steeds peilt mijn blik der waatren diepen schoot...
Ik zie geen land, 'k zie enkel lucht en zee
En ' hoor het daaglijksch dreigen van den Dood.