29.07.2012, 15:02
Ik heb u lief, mijn lief, in 't ver verleden,
Bleek eenzaam droomkind zonder moeder, - 't leven
Lag vóor u vreemd en deed van vreeze u beven.
'k Heb al uw kindersmarten meegeleden.
Ook haar heb 'k lief, die u haar zijn moest geven,
Kernzware bloem ontbloeid in liefde's Eden,
Den Boom des Levens zóo vroeg afgegleden
Dat zij niet kende 't leven van haar leven.
Een goede vader strekte uw jeugd ten hoeder.
Gij draagt zijn rouw, wij stonden bij zijn groeve,
Als ware ook ik zijn kind en gij mijn broeder.
Lief, kom tot mij, welk leed uw ziel bedroeve.
Voor mij verlaat gij vader thans noch moeder.
'k Wil zijn uw ál: sta toe dat ik 't beproeve.
Bleek eenzaam droomkind zonder moeder, - 't leven
Lag vóor u vreemd en deed van vreeze u beven.
'k Heb al uw kindersmarten meegeleden.
Ook haar heb 'k lief, die u haar zijn moest geven,
Kernzware bloem ontbloeid in liefde's Eden,
Den Boom des Levens zóo vroeg afgegleden
Dat zij niet kende 't leven van haar leven.
Een goede vader strekte uw jeugd ten hoeder.
Gij draagt zijn rouw, wij stonden bij zijn groeve,
Als ware ook ik zijn kind en gij mijn broeder.
Lief, kom tot mij, welk leed uw ziel bedroeve.
Voor mij verlaat gij vader thans noch moeder.
'k Wil zijn uw ál: sta toe dat ik 't beproeve.