29.07.2012, 15:09
.
IJl rijzen blanke berken, als bouquetten
Van trillend zilver, op een lucht die blauwt,
Uit blonden grond, vol groepjes eikenhout,
Die tegen 't blauw roodbruine vlekjes zetten.
En over 't klaar kanaal, dat drijvend houdt
Der berken beeldjes in onzichtbre netten,
Deint, zonder de oogen 't vèrzien te beletten,
Een bevend-teedre nevel avondgoud.
En even rilt de herfstwind door de boomen
En, als een lentesneeuw van bloesem rein,
Vlindert het zilver op de waterzoomen.
En 't heel tafreeltje is zoo van stemming fijn
En wazig-helder als mijn najaarsdroomen,
Vol bladerval in avondzonneschijn.
IJl rijzen blanke berken, als bouquetten
Van trillend zilver, op een lucht die blauwt,
Uit blonden grond, vol groepjes eikenhout,
Die tegen 't blauw roodbruine vlekjes zetten.
En over 't klaar kanaal, dat drijvend houdt
Der berken beeldjes in onzichtbre netten,
Deint, zonder de oogen 't vèrzien te beletten,
Een bevend-teedre nevel avondgoud.
En even rilt de herfstwind door de boomen
En, als een lentesneeuw van bloesem rein,
Vlindert het zilver op de waterzoomen.
En 't heel tafreeltje is zoo van stemming fijn
En wazig-helder als mijn najaarsdroomen,
Vol bladerval in avondzonneschijn.