30.07.2012, 12:09
.
Toornbleek, vertredend ketenen van zwijgen
Gesmeed door eeuwen, met geheven armen
Aanklagend de aardverdeelers, zie ik de Armen
En hoor hun kreet van leed ten hemel stijgen.
O 'k wilde ze alle' in liefde 's mantel warmen!
Als wrekers spreken ze, eischend recht, en dreigen
Met d' eigen zweep die hen deed nederzijgen,
De slechte rijken, arm aan zacht erbarmen.
O 'k zie alom verwoede vuisten ballen,
'k Hoor heeschen vloek uit smartverwrongen monden.
Van wanhoop wanklend, zie ik zwakken vallen.
Nog is 't geen leger, trouw in tucht verbonden.
Doch eens, gevolgd van honderdduizendtallen,
Zal Christus overwinnen, Godgezonden.
Toornbleek, vertredend ketenen van zwijgen
Gesmeed door eeuwen, met geheven armen
Aanklagend de aardverdeelers, zie ik de Armen
En hoor hun kreet van leed ten hemel stijgen.
O 'k wilde ze alle' in liefde 's mantel warmen!
Als wrekers spreken ze, eischend recht, en dreigen
Met d' eigen zweep die hen deed nederzijgen,
De slechte rijken, arm aan zacht erbarmen.
O 'k zie alom verwoede vuisten ballen,
'k Hoor heeschen vloek uit smartverwrongen monden.
Van wanhoop wanklend, zie ik zwakken vallen.
Nog is 't geen leger, trouw in tucht verbonden.
Doch eens, gevolgd van honderdduizendtallen,
Zal Christus overwinnen, Godgezonden.