31.07.2012, 16:01
.
Verstard van wanhoop 't marmerbleek gelaat,
Liet zij zich drijven op de sneeuwigkil
Beschuimde golf, die áanrolde: eeuwig stil
Wilde zij rusten in haar rouwgewaad.
Doch spelend pleegde aan dien verniet'gingswil,
Tot driemaal toe, de zeeëgolf verraad
En droeg haar wéer naar d' oever. - ‘O versmaadt
De dood mij? móet ik leven?’ kreet haar gil.
En sedert zwerft ze en kán niet sterven; zwaar
Ontwelt haar kleed, gedrenkt in golvenzilt,
Een eeuwig spoor van tranen zilverklaar. -
Nu zie, mijn Ziel, o gij die sterven wilt!
Hoe God kastijdt met straffen wonderbaar
Wie d' Ondoorgronden trotst in wanhoop wild!
Verstard van wanhoop 't marmerbleek gelaat,
Liet zij zich drijven op de sneeuwigkil
Beschuimde golf, die áanrolde: eeuwig stil
Wilde zij rusten in haar rouwgewaad.
Doch spelend pleegde aan dien verniet'gingswil,
Tot driemaal toe, de zeeëgolf verraad
En droeg haar wéer naar d' oever. - ‘O versmaadt
De dood mij? móet ik leven?’ kreet haar gil.
En sedert zwerft ze en kán niet sterven; zwaar
Ontwelt haar kleed, gedrenkt in golvenzilt,
Een eeuwig spoor van tranen zilverklaar. -
Nu zie, mijn Ziel, o gij die sterven wilt!
Hoe God kastijdt met straffen wonderbaar
Wie d' Ondoorgronden trotst in wanhoop wild!