31.07.2012, 20:38
.
De berken sterven, ritslende op de vale
Verlaten velden vallen, matte vlinders,
Hun zilverbladen. Wittigblonde kinders,
In bleekgewasschen lompen, zaamlen schrale'
Aardappel-oogst in zakkegrauw, als vinders
Van grooten schat, een lachje op de armoê-vale
Gezichtjes, hongerlipjes rap ter tale,
Wen, log en bol, de volle zak wil binders.
Het grijze licht valt kil door 't flets-fluweelen
Gordijn van kwijnende eind-September-luchten.
De kindren kruien, om den buit te deelen,
Naar 't neevlig dorp den zak vol aardevruchten.
En áltijd suizlen, van de welke steelen,
De berkebladen, éen voor éen, als zuchten....
De berken sterven, ritslende op de vale
Verlaten velden vallen, matte vlinders,
Hun zilverbladen. Wittigblonde kinders,
In bleekgewasschen lompen, zaamlen schrale'
Aardappel-oogst in zakkegrauw, als vinders
Van grooten schat, een lachje op de armoê-vale
Gezichtjes, hongerlipjes rap ter tale,
Wen, log en bol, de volle zak wil binders.
Het grijze licht valt kil door 't flets-fluweelen
Gordijn van kwijnende eind-September-luchten.
De kindren kruien, om den buit te deelen,
Naar 't neevlig dorp den zak vol aardevruchten.
En áltijd suizlen, van de welke steelen,
De berkebladen, éen voor éen, als zuchten....