01.08.2012, 09:10
.
Aan stenglen trillend lijk violesnaren,
O rozeroode ritslende immortellen!
Zie ik tot mij uw koude kelkjes hellen,
Uw gouden oogen mij in de oogen staren.
O tengre in schijn, maar sterke in waarheid! stellen
Komt gij de vraag der Sphinx? of brengt gij maren
Van de Eeuwigheid, waar zonden noch gevaren
De reinbevrijde ziel meer dreige' en kwellen?
O doodenbloem, die leent van weelderozen
De levenskleur, in twijfelgrijs ging onder
't Geloof der ziel genadiglijk verkozen
Tot eeuwig leven - zie, ik leefde zonder,
Maar ziek van ziel gelijk de hopeloozen.
O doodenbloem! verkondig mij het Wonder!
Aan stenglen trillend lijk violesnaren,
O rozeroode ritslende immortellen!
Zie ik tot mij uw koude kelkjes hellen,
Uw gouden oogen mij in de oogen staren.
O tengre in schijn, maar sterke in waarheid! stellen
Komt gij de vraag der Sphinx? of brengt gij maren
Van de Eeuwigheid, waar zonden noch gevaren
De reinbevrijde ziel meer dreige' en kwellen?
O doodenbloem, die leent van weelderozen
De levenskleur, in twijfelgrijs ging onder
't Geloof der ziel genadiglijk verkozen
Tot eeuwig leven - zie, ik leefde zonder,
Maar ziek van ziel gelijk de hopeloozen.
O doodenbloem! verkondig mij het Wonder!