02.08.2012, 18:03
Koel ruischt de regen op de rozenperken,
O zomerregen! laaf de loome rozen.
Zoet zucht de wind. - O wind! breek niet mijn brozen,
Mijn reinen vrede! Alleen tot vreugd van werken,
- Een strenge vreugd voor zwak een vrouw! verkozen
Had ik haar niet - wou God mijn troost beperken.
Elke andre vreugd bestemde 't lot voor sterken
En voor vermeetlen en gewetenloozen.
Koel ruischt de regen op de ruiteglazen
Van 't serre-dak, als kletterende kralen.
Snel klopt mijn hart en tranen zoel bewazen
Mijn brandende oogen, 'k voel mij d' adem falen. -
O zomerregen! wieg me in liefde-extasen!
O zomerwind! vertel mij droomverhalen!
O zomerregen! laaf de loome rozen.
Zoet zucht de wind. - O wind! breek niet mijn brozen,
Mijn reinen vrede! Alleen tot vreugd van werken,
- Een strenge vreugd voor zwak een vrouw! verkozen
Had ik haar niet - wou God mijn troost beperken.
Elke andre vreugd bestemde 't lot voor sterken
En voor vermeetlen en gewetenloozen.
Koel ruischt de regen op de ruiteglazen
Van 't serre-dak, als kletterende kralen.
Snel klopt mijn hart en tranen zoel bewazen
Mijn brandende oogen, 'k voel mij d' adem falen. -
O zomerregen! wieg me in liefde-extasen!
O zomerwind! vertel mij droomverhalen!