03.08.2012, 15:19
.
Ik lag verzonken in een zwart moeras
En kreet om hulp, doch geen kwam mij bevrijden.
Ik moest alleen den donkren dood verbeiden
En schreide: - ‘O God! wiens kind ik eenmaal was,
Ik wil wel moedig eedle smarten lijden,
Doch red mij van 't verzinken!’ En, gewas,
Waarvan ik vroegr in tooversproken las,
Verrees een rank, waarrond zich blaadjes rijden.
Ik sloeg mijn armen rond dien wonderrank
En klom naar 't blauw doorzield van zonnestralen
En steeg al hoog - en zong van hoop en dank.
Ik zong - doch plots voelde ik mijn krachten falen.
Ik viel - en duizlend voel 'k mij dieper dalen
En zinken wég in wanhoop zonder klank.
Ik lag verzonken in een zwart moeras
En kreet om hulp, doch geen kwam mij bevrijden.
Ik moest alleen den donkren dood verbeiden
En schreide: - ‘O God! wiens kind ik eenmaal was,
Ik wil wel moedig eedle smarten lijden,
Doch red mij van 't verzinken!’ En, gewas,
Waarvan ik vroegr in tooversproken las,
Verrees een rank, waarrond zich blaadjes rijden.
Ik sloeg mijn armen rond dien wonderrank
En klom naar 't blauw doorzield van zonnestralen
En steeg al hoog - en zong van hoop en dank.
Ik zong - doch plots voelde ik mijn krachten falen.
Ik viel - en duizlend voel 'k mij dieper dalen
En zinken wég in wanhoop zonder klank.