03.08.2012, 15:49
De blonde muggen zwermen in den schuinen
Bewogen straal van avondzonnegoud.
De stervensgeur van 't welkend herrefstwoud
Vermengt zijn weemoed met den reuk der tuinen,
Waar nog éen roos te bloeien zich verstout,
Oost-Inje's-kersekelken gele' en bruinen.
Gelaten zacht doorzucht de wind de kruinen,
Als wie van leed berusting overhoudt.
En ik benijd het klein gevleugeld leven
Der blijde mugjes, dansende in het licht.
Zij sterven morgen, maar zij mogen zweven,
Zij weten niets van twijfel, zonde en plicht,
Van droeve liefde en smartvol schoonheidstreven,
Van donkre vrees voor dood en godsgericht.
Bewogen straal van avondzonnegoud.
De stervensgeur van 't welkend herrefstwoud
Vermengt zijn weemoed met den reuk der tuinen,
Waar nog éen roos te bloeien zich verstout,
Oost-Inje's-kersekelken gele' en bruinen.
Gelaten zacht doorzucht de wind de kruinen,
Als wie van leed berusting overhoudt.
En ik benijd het klein gevleugeld leven
Der blijde mugjes, dansende in het licht.
Zij sterven morgen, maar zij mogen zweven,
Zij weten niets van twijfel, zonde en plicht,
Van droeve liefde en smartvol schoonheidstreven,
Van donkre vrees voor dood en godsgericht.