15.08.2012, 10:21
Jules Bernard Schürmann
1873 - 1927
Oude visscher
Waar avond-zon op 't koele blanke zand
Goudenen gloed in plassen blinken laat,
Een oude visscher onbeweeglijk staat,
Turend naar zee, op het verlaten strand.
Het stompje pijp geklemd in grove hand,
Den helmhoed boven 't stoer, verweerd gelaat,
Dat half in rooden halsdoek schuilen gaat
Staat hij daar groot in laten zonnebrand.
D' oneindigheid van lucht en water leeft
In zijne hemel-blauwe en vochtige oogen,
Aandachtig naar onzichtbaar doel gericht.
Zoekt hij van ver blank-zeilig scheepje een licht.
Of denk hij door 't zacht golf-gedein bewogen
Aan dooden, die de zee genomen heeft?
1873 - 1927
Oude visscher
Waar avond-zon op 't koele blanke zand
Goudenen gloed in plassen blinken laat,
Een oude visscher onbeweeglijk staat,
Turend naar zee, op het verlaten strand.
Het stompje pijp geklemd in grove hand,
Den helmhoed boven 't stoer, verweerd gelaat,
Dat half in rooden halsdoek schuilen gaat
Staat hij daar groot in laten zonnebrand.
D' oneindigheid van lucht en water leeft
In zijne hemel-blauwe en vochtige oogen,
Aandachtig naar onzichtbaar doel gericht.
Zoekt hij van ver blank-zeilig scheepje een licht.
Of denk hij door 't zacht golf-gedein bewogen
Aan dooden, die de zee genomen heeft?