18.08.2012, 12:40
C. Loeff
fl. 1923
Gesprongen.
Onzeker leekt de wijn uit wreede wonde
Van waardeloos geworden weeldeglas:
Gebarsten is de ongerepte, ronde
En wijdgewelfde bekerwand, die pas
Den blijden wijn omving, maar nu, geschonden,
Zijn doel verliest: Door scherp getrokken kras,
Nauw zichtbaar voor het oog, wordt bits ontbonden
Een eenheid, die zoo zuiv're schoonheid was.
Rijk heeft met held'ren tinteltoon geklonken
De volle roemer op een blij festijn,
Weerspiegelend in duizend felle vonken
Het licht der luchteren in schitterschijn.
Thans wordt geen vreugd meer uit dit glas gedronken:
Uit brooze breuke vloeit de laatste wijn.
fl. 1923
Gesprongen.
Onzeker leekt de wijn uit wreede wonde
Van waardeloos geworden weeldeglas:
Gebarsten is de ongerepte, ronde
En wijdgewelfde bekerwand, die pas
Den blijden wijn omving, maar nu, geschonden,
Zijn doel verliest: Door scherp getrokken kras,
Nauw zichtbaar voor het oog, wordt bits ontbonden
Een eenheid, die zoo zuiv're schoonheid was.
Rijk heeft met held'ren tinteltoon geklonken
De volle roemer op een blij festijn,
Weerspiegelend in duizend felle vonken
Het licht der luchteren in schitterschijn.
Thans wordt geen vreugd meer uit dit glas gedronken:
Uit brooze breuke vloeit de laatste wijn.